Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Artikel 16
1
Het college stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag door de Centrale organisatie werk en inkomen bij een aanvraag als bedoeld in artikel 11a, eerste of derde lid, of door het college bij een aanvraag als bedoeld in artikel 11a, tweede lid, vast of recht op uitkering bestaat.
2
Indien het college niet in staat is binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, een besluit te nemen, kan het deze met ten hoogste dertien weken verlengen. Van de verlenging doen zij mededeling aan de belanghebbende, onder vermelding van het tijdstip waarop de termijn voor het nemen van een besluit zal verstrijken.
3
Het college besluit niet tot toekenning van de uitkering dan nadat de juistheid en volledigheid van de door de belanghebbende verstrekte gegevens is onderzocht.
4
Als buiten toedoen van de belanghebbende het onderzoek naar de juistheid en volledigheid van de door hem verstrekte gegevens niet binnen de beslistermijn kan worden voltooid, besluit het college op de aanvraag op voet van de dan bekende gegevens.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.